zonnehof.
65 jaar Rietveldpaviljoen
Het Rietveldpaviljoen, of de ‘Zonnehof’ zoals het pand ook wel wordt genoemd, werd op initiatief van toenmalig burgemeester Hermen Molendijk door Gerrit Rietveld ontworpen. In 1959 werd het opgeleverd als expositie- maar vooral ook als gemeenschapsruimte waar álle Amersfoorters van kunst en cultuur konden genieten. Rietveld liet 6.020 ‘duimpjes’ ofwel spijkertjes in de muren plaatsen zodat exposanten dat niet en nooit meer hoefden te doen. De inrichters van de huidige exposities zijn hem daar 65 jaar later nog bijzonder dankbaar voor. In het pand moesten ‘vooruitstrevende’ kunstwerken worden tentoongesteld waarbij de grote raampartijen en de open indeling ervoor zorgen dat deze werken goed tot hun recht komen’.
Het Rietveldpaviljoen diende ruim 50 jaar als expositieruimte om liefhebbers van kunst en cultuur bij elkaar te brengen, maar kende ook perioden van leegstand. In 2017 stond het pand, eigendom van de gemeente Amersfoort, zelfs te koop. De gemeente besloot gelukkig alsnog dat het pand beschermd en gekoesterd dient te worden en dat het voor iedereen toegankelijk en uitnodigend moet zijn. Door een burgerinitiatief kreeg het Rietveldpaviljoen in 2019 een bestemming als ruimte voor Fotografie en Beeldcultuur. De Stichting Amersfoort Fotostad kreeg een mandaat tot voorjaar 2024. In de programmering werd al snel de ‘verbreding’ gezocht; fotografie gecombineerd met beeldende kunst, literatuur, muziek.
Per 1 april 2024 is de Stichting getransformeerd naar “033Rietveldpaviljoen”. Met een structurele subsidie geeft de gemeente Amersfoort perspectief op een duurzame invulling van het Rietveldpaviljoen als kunsthal voor iedereen, waar kunst wordt gemaakt, geëxposeerd en beleefd.
65 jaar Rietveldpaviljoen wordt in de tweede helft van 2024 uitgebreid gevierd met als slotstuk de jaarlijkse Rietveldexpositie, dit jaar van 28 november 2024 t/m 12 januari 2025. Er komt ook een jubileumboek op initiatief van Adri Colpaart, Anton Groot en Theo Miltenburg.
Het Rietveldpaviljoen bestaat 65 jaar. Dat vieren we met de jaarlijkse Rietveld-expositie, dit jaar van 28 november t/m 12 januari. En er komt een jubileumboek, op initiatief van Adri Colpaart, Anton Groot en Theo Miltenburg. De komende tijd lichten we op deze plaats steeds een tipje van de sluier.
Bij de RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, blijken in 2009 zeventig archiefdozen met materiaal over Rietveldpaviljoen ‘de Zonnehof’ terecht te zijn gekomen. Gered van de ROVA, gaat het verhaal. De dozen stonden er ongeopend en ongeordend. Theo Miltenburg en Anton Groot hebben ze allemaal doorgespit en de inhoud in kaart gebracht.
Vanaf de opening in 1959 is er publiciteit over De Zonnehof, zowel in landelijke als in regionale kranten:
‘Daar verrees ook een door Rietveld ontworpen permanent tentoonstellingsgebouw, waarmee Amersfoort meteen vooraan staat in de rij van Nederlandse steden die het met beeldende kunst goed menen’. (Algemeen Handelsblad, 1959)
‘Amersfoort heeft op een terrein van 20 x 20 meter een wereldberoemd tentoonstellingsgebouw’. (Parool, 1963)
‘Amersfoort kan zich er op beroemen een van de mooiste expositiegelegenheden van ons land rijk te zijn’. (Trouw, 1970)
In 1991 stond Amersfoort ruim een maand lang geheel in het teken van Hugo Claus; dichter, romanschrijver, toneelschrijver, beeldend kunstenaar, filmregisseur en scenarioschrijver. De Amersfoortse Culturele Raad organiseerde het Hugo Claus Festival met theater, film en poëzie.
In De Zonnehof was een overzichtstentoonstelling te zien van het beeldend werk van Claus in de periode 1950 – 1990, met ruim honderdvijftig tekeningen, gouaches, aquarellen en collages. Ter gelegenheid verscheen het derde deel van de Zonnehof-reeks: Hugo Claus Beeldend werk 1950 – 1990 (Freddy de Vree). Er was ook een symposium onder leiding van Adriaan van Dis.
NRC schreef in een recensie dat ‘de samenstellers van de tentoonstelling (Zonnehof-conservator Paul Coumans en Claus zelf), besloten om 'chaos' te hanteren als uitgangspunt. Samen haalden zij de hele expositie tevoorschijn uit een container waarin tijdelijk de inboedel van Claus was opgeslagen voor een verhuizing naar Antwerpen’.
In de herfst van 1984 was de tentoonstelling ‘COBRA, Aventures Collectives’ in De Zonnehof te zien. De expositie toonde de resultaten van de samenwerking tussen zes schilders die in 1948 in Parijs de kunstbeweging Cobra oprichtten; Dotremont, Alechinsky, Asger Jorn, Constant, Appel en Corneille.
Schilderijen, tekeningen, grafische bladen, geïllustreerde boeken, tijdschriften, vooral uit particuliere verzamelingen in Nederland, België, Denemarken en Frankrijk, illustreerden een van de belangrijkste experimentele uitgangspunten van Cobra: het idee dat scheppen collectief is. Elk schilderij in de tentoonstelling, elk werk op papier, of elk boek was een product waar minimaal twee kunstenaars aan hadden bijgedragen. Nooit eerder waren de vormen van samenwerking tussen de verschillende Cobra kunstenaars als uitgangspunt voor een tentoonstelling gekozen. Deze ‘Collectieve Avonturen’ waren voor het eerst te zien in De Zonnehof.
Bij de opening waren Karel Appel, Constant en Alechinsky aanwezig, evenals familie van Christian Dotremont en meerdere ambassadeurs. Een foto met Appel en Alechinsy tijdens de opening haalde de voorpagina van de Amersfoortse Courant.
Na De Zonnehof was de tentoonstelling ook te zien in het Frans Hals museum in Haarlem en in Kopenhagen, Aalborg, Luik en Tournay.
Voordat Gerrit Rietveld het huidige paviljoen ontwierp maakte hij verschillende andere ontwerpen. Hij maakte ook vaak maquettes. Op de foto een maquette van papier en karton van zijn eerste schetsontwerp (1956) voor een tentoonstellingspaviljoen op De Zonnehof, op verzoek van toenmalig burgemeester Molendijk.
Rietveld wilde voor een zuinige prijs een zo ruim mogelijk gebouw maken. Hij bedacht een groot museaal complex met meerdere vleugels, een hoog middendeel, een overdekte galerij voor beelden en heel veel glas, ook in het dak. Maar dit paste niet bij de ambities van de gemeente; te groot en te duur. Er waren ook twijfels over het materiaalgebruik en de schuin geplaatste ramen in het hogere deel. Het college van B&W besloot om verdere uitwerking op te schorten. In 1958 stelde de gemeenteraad 130.000 gulden beschikbaar voor de bouw van het huidige paviljoen.
De maquette van het eerste ontwerp is onderdeel van het Rietveld archief in beheer van het Centraal Museum Utrecht en daar ook te zien.
Het verhaal gaat dat Gerrit Rietveld zelf, staand op een ladder, op de avond voor de officiële opening op 12 september 1959, de naam boven de deur heeft geschilderd: ZONNEHOF. Naar het plein met de 19de-eeuwse villa De Zonnehof, waar het nieuwe tentoonstellingspaviljoen was gebouwd. Vanaf dat moment werd het De Zonnehof genoemd.
Begin 2018 was de toekomst van het paviljoen ongewis. De gemeente Amersfoort (eigenaar) wilde het verkopen of verhuren. Er waren verschillende iniatieven. Het AD hield een peiling via Facebook: Wat vind jij dat er met het Rietveldpaviljoen (Zonnehof Amersfoort) moet gebeuren? Gelukkig werd het geen koffiehuis, restaurant of winkel voor zelfgemaakte spullen, maar ‘een centrum voor fotografie en beeldcultuur’. Met de vele discussies was naar de achtergrond verdwenen dat het hier om cultureel erfgoed gaat, gebouwd door een wereldberoemde architect. De nieuwe beheerder, 033Fotostad, wilde dat culturele erfgoed benadrukken en bouwde daarom aan een nieuwe toekomst voor de kunsthal onder de naam Rietveldpaviljoen.
Rietveld zelf zou dat maar niks vinden en zijn familie ook niet. Maar Rietveld zei ook altijd dat zijn gebouwen niet voor de eeuwigheid waren gebouwd, vijftig jaar vond hij wel genoeg. Daar kijken we nu toch anders tegenaan. Met de naam Rietveldpaviljoen benadrukken we het cultureel erfgoed, en de link met het Rietveldpaviljoen in Venetië, en het Rietveldpaviljoen in de beeldentuin van het Kröller-Müller museum
In 1987 werkten acht beeldhouwers, zes mannen en twee vrouwen zes weken samen tijdens het Beeldhouwerssymposium in Amersfoort. Van tevoren reisden de kunstenaars gezamenlijk naar steengroeves in België en Duitsland om een steen uit te zoeken. Ze konden kiezen uit groengrijze kalksteen uit Duitsland of zwarte hardsteen uit de Ardennen. De reusachtige blokken werden vervolgens naar een terrein bij de ijsbaan van Randenbroek vervoerd waar voor de gelegenheid een kunstenaarsdorp werd ingericht.
Paul Coumans, destijds directeur van De Zonnehof, was initiatiefnemer van dit evenement. Zijn voorbeeld waren de beeldhouwerssymposia die in Italië en Duitsland werden gehouden, in gebieden waar natuursteen werd gewonnen. Zoiets in Nederland organiseren was nog nooit gebeurd. Natuurlijk, Amersfoort stond en staat bekend als Keistad. Oorspronkelijk was het idee om een beeldhouwer te vragen iets moois te hakken uit de keien van Amersfoort. Dat kon natuurlijk niet, maar andere keien naar Amersfoort halen kon wel. Door enthousiasme van de gemeente Amersfoort, fondsen en bedrijven kon het Beelhouwerssymposium worden gerealiseerd.
In augustus en september van 1987 spreidde het Beeldhouwerssymposium zich uit over de stad. Het publiek kon de beeldhouwers aan het werk zien in het kunstenaarsdorp. Er werden discussiebijeenkomsten georganiseerd en films vertoond over beeldhouwkunst. In De Zonnehof was de expositie ‘Steen-Beeldhouwerssymposium’ te zien met werk van de acht deelnemers. Daarbij verscheen ook een catalogus.
Het Beeldhouwerssymposium was een enorm succes met zo’n 15.000 bezoekers waaronder koningin Beatrix, zelf beeldhouwster en groot liefhebster van moderne kunst.
Ter gelegenheid van het 65-jarig jubileum is de buste van Hermen Molendijk terug in het Rietveldpaviljoen. En daar zijn we blij mee! Immers, we hebben het vaak over Gerrit Rietveld, maar zonder Hermen Molendijk was het tentoonstellingspaviljoen De Zonnehof nooit gebouwd.
Molendijk was van 1946 tot 1961 burgemeester van Amersfoort. Een maand na zijn inhuldiging opende hij zijn eerste tentoonstelling in het St. Pieters en Bloklands Gasthuis. In zijn toespraak sprak hij deze veelbelovende woorden:
‘’U kunt zonder eenige reserve rekenen op den steun van het gemeentebestuur! De kunst vond te lang in Nederland bij de overheid geen belangstelling. De bevordering van de kunstuitingen ligt echter op den weg van regeering en stedelijke overheid.’’
Hij hield woord. Met visie, enthousiasme en een niet aflatende inzet gaf hij een enorme impuls aan kunst en cultuur in het naoorlogse Amersfoort. Hij zorgde ook voor meer geld.
‘’Toen ik hier kwam, stond er 1.500 gulden op de begroting voor culturele doeleinden. Dat was, geloof ik, voor speeltuinen. Toen ik wegging was er jaarlijks iets van vijf à zes ton voor cultuur.’’
Molendijk was bevriend met Gerrit Rietveld en vroeg hem een nieuw tentoonstellingspaviljoen te ontwerpen. Hij correspondeerde persoonlijk met Rietveld over zijn ideeën, de plannen en over de vele problemen die ze onderweg tegenkwamen.
Nadat Molendijk per brief een noodkreet aan de gemeenteraad stuurde, ‘’….wat het onderbrengen van tentoonstellingen van enig formaat betreft, kan in Amersfoort worden gesproken van een noodtoestand ….’’ gaf de gemeenteraad zijn fiat en kon de bouw beginnen.
Is het je ooit opgevallen dat er naast het Rietveldpaviljoen een kunstwerk ligt?
Dertig jaar geleden, ter gelegenheid van het Mondriaanjaar in 1994, ontwierp de Nederlands-Israëlische kunstenaar Joseph Semah een speciale vloer van koper, staal en beton en plaatste deze naast De Zonnehof; een plattegrond-op-schaal van het Rietveldpaviljoen met een oppervlak van 40 m2. Hij noemde het kunstwerk ‘Driedimensionale Typografie nr. 1' en droeg het op aan Piet Mondriaan en tijdgenoot Gerrit Rietveld.
Bij de herinrichting van het Zonnehof plein werd het kunstwerk verwijderd zonder de kunstenaar daarvan op de hoogte te stellen. Maar Joseph Semah ontdekte het toen hij tijdens een bezoek aan Amersfoort langs het Rietveldpaviljoen wandelde om te kijken hoe zijn schepping erbij lag. In overleg met de gemeente werd het kunstwerk teruggeplaatst waar het nu weer is te zien.
Vijf jaar geleden, op 15 oktober 2019, kreeg Amersfoort Fotostad, na een periode van leegstand, de sleutel van het totaal uitgewoonde Rietveldpaviljoen. In eerste instantie voor drie maanden; het werden vijf tropenjaren. Onder leiding van Hans van Helden en zijn kernteam zetten tientallen vrijwilligers de schouders onder het weer bewoonbaar maken van de kunsthal. Vanuit het hele land werden door andere musea afgeschreven spullen naar het paviljoen gebracht. Vanaf de eerste expositie was de formule: een combinatie van landelijk en lokaal, van fotografie en beeldende kunst en oog voor jonge makers.
Dit had succes en de periode van ‘leegstandsbeheerders’ werd stilzwijgend steeds verlengd. Fotostad organiseerde uiteindelijk 79 exposities en vele honderden andere activiteiten. De politieke erkenning volgde in 2022. Het Rietveldpaviljoen krijgt vanaf 2024 structureel subsidie van de gemeente en wordt onderdeel van de culturele basisstructuur. Er wacht een mooie toekomst voor het paviljoen waarvan ontwerper Gerrit Rietveld zelf dacht dat het geen blijvertje zou zijn.
Als liefhebster van moderne kunst én beeldhouwster heeft toenmalig koningin Beatrix een aantal exposities in De Zonnehof bezocht. Deze foto maakte fotograaf Conny Meslier tijdens haar bezoek aan de expositie van de Franse beeldhouwer Eugene Dodeigne in 1990. Koningin Beatrix was ook een liefhebber van Armando. In 1993 bezocht zij het Cultureel Festival Armando met een expositie in De Zonnehof en in 1998 opende zij het Armandomuseum in de Elleboogkerk.
Audiotour
Een bezoek van koningin Beatrix komt ook voorbij in de bijzondere audiotour over 65 jaar Rietveldpaviljoen. Theatermakers Rinske Bouwman en Inge Wannet brengen hierin het Rietveldpaviljoen letterlijk en figuurlijk tot leven. Met de audiotour loop je op een andere manier door en rondom het Rietveldpaviljoen terwijl je luistert naar verhalen over wat zich hier de afgelopen 65 jaar heeft afgespeeld. De audiotour is beschikbaar tijdens de jubileumexpositie van 28 november tot 19 januari. Maar ook daarna blijft het een vast onderdeel van het Rietveldpaviljoen. Zo kunnen ook toekomstige bezoekers genieten van de bijzondere geschiedenis van ons cultureel erfgoed.
Hoeveel geluk kan een stad hebben
Rietveldpaviljoen De Zonnehof bestaat 65 jaar
Audiotocht
Exposities vanaf 1959 in De Zonnehof
Zo’n 500 exposities zijn er vanaf 1959 getoond in De Zonnehof.
In het overzicht hieronder vind je alle exposities per tijdsperiode met een toelichting van Anton Groot en Theo Miltenburg die het overzicht (1959 - 2018) samenstelden na uitvoerig onderzoek in de archieven.
Memorabele momenten
Het Rietveldpaviljoen, of de ‘Zonnehof’ zoals het pand ook wel wordt genoemd, werd op initiatief van toenmalig burgemeester Hermen Molendijk door Gerrit Rietveld ontworpen. In 1959 werd het opgeleverd als expositie- maar vooral ook als gemeenschapsruimte waar álle Amersfoorters van kunst en cultuur konden genieten. Rietveld liet 6.020 ‘duimpjes’ ofwel spijkertjes in de muren plaatsen zodat exposanten dat niet en nooit meer hoefden te doen. De inrichters van de huidige exposities zijn hem daar 65 jaar later nog bijzonder dankbaar voor. In het pand moesten ‘vooruitstrevende’ kunstwerken worden tentoongesteld waarbij de grote raampartijen en de open indeling ervoor zorgen dat deze werken goed tot hun recht komen’.
Het Rietveldpaviljoen diende ruim 50 jaar als expositieruimte om liefhebbers van kunst en cultuur bij elkaar te brengen, maar kende ook perioden van leegstand. In 2017 stond het pand, eigendom van de gemeente Amersfoort, zelfs te koop. De gemeente besloot gelukkig alsnog dat het pand beschermd en gekoesterd dient te worden en dat het voor iedereen toegankelijk en uitnodigend moet zijn. Door een burgerinitiatief kreeg het Rietveldpaviljoen in 2019 een bestemming als ruimte voor Fotografie en Beeldcultuur. De Stichting Amersfoort Fotostad kreeg een mandaat tot voorjaar 2024. In de programmering werd al snel de ‘verbreding’ gezocht; fotografie gecombineerd met beeldende kunst, literatuur, muziek.
Per 1 april 2024 is de Stichting getransformeerd naar “033Rietveldpaviljoen”. Met een structurele subsidie geeft de gemeente Amersfoort perspectief op een duurzame invulling van het Rietveldpaviljoen als kunsthal voor iedereen, waar kunst wordt gemaakt, geëxposeerd en beleefd.
65 jaar Rietveldpaviljoen wordt in de tweede helft van 2024 uitgebreid gevierd met als slotstuk de jaarlijkse Rietveldexpositie, dit jaar van 28 november 2024 t/m 12 januari 2025. Er komt ook een jubileumboek op initiatief van Adri Colpaart, Anton Groot en Theo Miltenburg.
Het Rietveldpaviljoen bestaat 65 jaar. Dat vieren we met de jaarlijkse Rietveld-expositie, dit jaar van 28 november t/m 12 januari. En er komt een jubileumboek, op initiatief van Adri Colpaart, Anton Groot en Theo Miltenburg. De komende tijd lichten we op deze plaats steeds een tipje van de sluier.
Bij de RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, blijken in 2009 zeventig archiefdozen met materiaal over Rietveldpaviljoen ‘de Zonnehof’ terecht te zijn gekomen. Gered van de ROVA, gaat het verhaal. De dozen stonden er ongeopend en ongeordend. Theo Miltenburg en Anton Groot hebben ze allemaal doorgespit en de inhoud in kaart gebracht.
Vanaf de opening in 1959 is er publiciteit over De Zonnehof, zowel in landelijke als in regionale kranten:
‘Daar verrees ook een door Rietveld ontworpen permanent tentoonstellingsgebouw, waarmee Amersfoort meteen vooraan staat in de rij van Nederlandse steden die het met beeldende kunst goed menen’. (Algemeen Handelsblad, 1959)
‘Amersfoort heeft op een terrein van 20 x 20 meter een wereldberoemd tentoonstellingsgebouw’. (Parool, 1963)
‘Amersfoort kan zich er op beroemen een van de mooiste expositiegelegenheden van ons land rijk te zijn’. (Trouw, 1970)
In 1991 stond Amersfoort ruim een maand lang geheel in het teken van Hugo Claus; dichter, romanschrijver, toneelschrijver, beeldend kunstenaar, filmregisseur en scenarioschrijver. De Amersfoortse Culturele Raad organiseerde het Hugo Claus Festival met theater, film en poëzie.
In De Zonnehof was een overzichtstentoonstelling te zien van het beeldend werk van Claus in de periode 1950 – 1990, met ruim honderdvijftig tekeningen, gouaches, aquarellen en collages. Ter gelegenheid verscheen het derde deel van de Zonnehof-reeks: Hugo Claus Beeldend werk 1950 – 1990 (Freddy de Vree). Er was ook een symposium onder leiding van Adriaan van Dis.
NRC schreef in een recensie dat ‘de samenstellers van de tentoonstelling (Zonnehof-conservator Paul Coumans en Claus zelf), besloten om 'chaos' te hanteren als uitgangspunt. Samen haalden zij de hele expositie tevoorschijn uit een container waarin tijdelijk de inboedel van Claus was opgeslagen voor een verhuizing naar Antwerpen’.
In de herfst van 1984 was de tentoonstelling ‘COBRA, Aventures Collectives’ in De Zonnehof te zien. De expositie toonde de resultaten van de samenwerking tussen zes schilders die in 1948 in Parijs de kunstbeweging Cobra oprichtten; Dotremont, Alechinsky, Asger Jorn, Constant, Appel en Corneille.
Schilderijen, tekeningen, grafische bladen, geïllustreerde boeken, tijdschriften, vooral uit particuliere verzamelingen in Nederland, België, Denemarken en Frankrijk, illustreerden een van de belangrijkste experimentele uitgangspunten van Cobra: het idee dat scheppen collectief is. Elk schilderij in de tentoonstelling, elk werk op papier, of elk boek was een product waar minimaal twee kunstenaars aan hadden bijgedragen. Nooit eerder waren de vormen van samenwerking tussen de verschillende Cobra kunstenaars als uitgangspunt voor een tentoonstelling gekozen. Deze ‘Collectieve Avonturen’ waren voor het eerst te zien in De Zonnehof.
Bij de opening waren Karel Appel, Constant en Alechinsky aanwezig, evenals familie van Christian Dotremont en meerdere ambassadeurs. Een foto met Appel en Alechinsy tijdens de opening haalde de voorpagina van de Amersfoortse Courant.
Na De Zonnehof was de tentoonstelling ook te zien in het Frans Hals museum in Haarlem en in Kopenhagen, Aalborg, Luik en Tournay.
Voordat Gerrit Rietveld het huidige paviljoen ontwierp maakte hij verschillende andere ontwerpen. Hij maakte ook vaak maquettes. Op de foto een maquette van papier en karton van zijn eerste schetsontwerp (1956) voor een tentoonstellingspaviljoen op De Zonnehof, op verzoek van toenmalig burgemeester Molendijk.
Rietveld wilde voor een zuinige prijs een zo ruim mogelijk gebouw maken. Hij bedacht een groot museaal complex met meerdere vleugels, een hoog middendeel, een overdekte galerij voor beelden en heel veel glas, ook in het dak. Maar dit paste niet bij de ambities van de gemeente; te groot en te duur. Er waren ook twijfels over het materiaalgebruik en de schuin geplaatste ramen in het hogere deel. Het college van B&W besloot om verdere uitwerking op te schorten. In 1958 stelde de gemeenteraad 130.000 gulden beschikbaar voor de bouw van het huidige paviljoen.
De maquette van het eerste ontwerp is onderdeel van het Rietveld archief in beheer van het Centraal Museum Utrecht en daar ook te zien.
Het verhaal gaat dat Gerrit Rietveld zelf, staand op een ladder, op de avond voor de officiële opening op 12 september 1959, de naam boven de deur heeft geschilderd: ZONNEHOF. Naar het plein met de 19de-eeuwse villa De Zonnehof, waar het nieuwe tentoonstellingspaviljoen was gebouwd. Vanaf dat moment werd het De Zonnehof genoemd.
Begin 2018 was de toekomst van het paviljoen ongewis. De gemeente Amersfoort (eigenaar) wilde het verkopen of verhuren. Er waren verschillende iniatieven. Het AD hield een peiling via Facebook: Wat vind jij dat er met het Rietveldpaviljoen (Zonnehof Amersfoort) moet gebeuren? Gelukkig werd het geen koffiehuis, restaurant of winkel voor zelfgemaakte spullen, maar ‘een centrum voor fotografie en beeldcultuur’. Met de vele discussies was naar de achtergrond verdwenen dat het hier om cultureel erfgoed gaat, gebouwd door een wereldberoemde architect. De nieuwe beheerder, 033Fotostad, wilde dat culturele erfgoed benadrukken en bouwde daarom aan een nieuwe toekomst voor de kunsthal onder de naam Rietveldpaviljoen.
Rietveld zelf zou dat maar niks vinden en zijn familie ook niet. Maar Rietveld zei ook altijd dat zijn gebouwen niet voor de eeuwigheid waren gebouwd, vijftig jaar vond hij wel genoeg. Daar kijken we nu toch anders tegenaan. Met de naam Rietveldpaviljoen benadrukken we het cultureel erfgoed, en de link met het Rietveldpaviljoen in Venetië, en het Rietveldpaviljoen in de beeldentuin van het Kröller-Müller museum
In 1987 werkten acht beeldhouwers, zes mannen en twee vrouwen zes weken samen tijdens het Beeldhouwerssymposium in Amersfoort. Van tevoren reisden de kunstenaars gezamenlijk naar steengroeves in België en Duitsland om een steen uit te zoeken. Ze konden kiezen uit groengrijze kalksteen uit Duitsland of zwarte hardsteen uit de Ardennen. De reusachtige blokken werden vervolgens naar een terrein bij de ijsbaan van Randenbroek vervoerd waar voor de gelegenheid een kunstenaarsdorp werd ingericht.
Paul Coumans, destijds directeur van De Zonnehof, was initiatiefnemer van dit evenement. Zijn voorbeeld waren de beeldhouwerssymposia die in Italië en Duitsland werden gehouden, in gebieden waar natuursteen werd gewonnen. Zoiets in Nederland organiseren was nog nooit gebeurd. Natuurlijk, Amersfoort stond en staat bekend als Keistad. Oorspronkelijk was het idee om een beeldhouwer te vragen iets moois te hakken uit de keien van Amersfoort. Dat kon natuurlijk niet, maar andere keien naar Amersfoort halen kon wel. Door enthousiasme van de gemeente Amersfoort, fondsen en bedrijven kon het Beelhouwerssymposium worden gerealiseerd.
In augustus en september van 1987 spreidde het Beeldhouwerssymposium zich uit over de stad. Het publiek kon de beeldhouwers aan het werk zien in het kunstenaarsdorp. Er werden discussiebijeenkomsten georganiseerd en films vertoond over beeldhouwkunst. In De Zonnehof was de expositie ‘Steen-Beeldhouwerssymposium’ te zien met werk van de acht deelnemers. Daarbij verscheen ook een catalogus.
Het Beeldhouwerssymposium was een enorm succes met zo’n 15.000 bezoekers waaronder koningin Beatrix, zelf beeldhouwster en groot liefhebster van moderne kunst.
Ter gelegenheid van het 65-jarig jubileum is de buste van Hermen Molendijk terug in het Rietveldpaviljoen. En daar zijn we blij mee! Immers, we hebben het vaak over Gerrit Rietveld, maar zonder Hermen Molendijk was het tentoonstellingspaviljoen De Zonnehof nooit gebouwd.
Molendijk was van 1946 tot 1961 burgemeester van Amersfoort. Een maand na zijn inhuldiging opende hij zijn eerste tentoonstelling in het St. Pieters en Bloklands Gasthuis. In zijn toespraak sprak hij deze veelbelovende woorden:
‘’U kunt zonder eenige reserve rekenen op den steun van het gemeentebestuur! De kunst vond te lang in Nederland bij de overheid geen belangstelling. De bevordering van de kunstuitingen ligt echter op den weg van regeering en stedelijke overheid.’’
Hij hield woord. Met visie, enthousiasme en een niet aflatende inzet gaf hij een enorme impuls aan kunst en cultuur in het naoorlogse Amersfoort. Hij zorgde ook voor meer geld.
‘’Toen ik hier kwam, stond er 1.500 gulden op de begroting voor culturele doeleinden. Dat was, geloof ik, voor speeltuinen. Toen ik wegging was er jaarlijks iets van vijf à zes ton voor cultuur.’’
Molendijk was bevriend met Gerrit Rietveld en vroeg hem een nieuw tentoonstellingspaviljoen te ontwerpen. Hij correspondeerde persoonlijk met Rietveld over zijn ideeën, de plannen en over de vele problemen die ze onderweg tegenkwamen.
Nadat Molendijk per brief een noodkreet aan de gemeenteraad stuurde, ‘’….wat het onderbrengen van tentoonstellingen van enig formaat betreft, kan in Amersfoort worden gesproken van een noodtoestand ….’’ gaf de gemeenteraad zijn fiat en kon de bouw beginnen.
Is het je ooit opgevallen dat er naast het Rietveldpaviljoen een kunstwerk ligt?
Dertig jaar geleden, ter gelegenheid van het Mondriaanjaar in 1994, ontwierp de Nederlands-Israëlische kunstenaar Joseph Semah een speciale vloer van koper, staal en beton en plaatste deze naast De Zonnehof; een plattegrond-op-schaal van het Rietveldpaviljoen met een oppervlak van 40 m2. Hij noemde het kunstwerk ‘Driedimensionale Typografie nr. 1' en droeg het op aan Piet Mondriaan en tijdgenoot Gerrit Rietveld.
Bij de herinrichting van het Zonnehof plein werd het kunstwerk verwijderd zonder de kunstenaar daarvan op de hoogte te stellen. Maar Joseph Semah ontdekte het toen hij tijdens een bezoek aan Amersfoort langs het Rietveldpaviljoen wandelde om te kijken hoe zijn schepping erbij lag. In overleg met de gemeente werd het kunstwerk teruggeplaatst waar het nu weer is te zien.
Vijf jaar geleden, op 15 oktober 2019, kreeg Amersfoort Fotostad, na een periode van leegstand, de sleutel van het totaal uitgewoonde Rietveldpaviljoen. In eerste instantie voor drie maanden; het werden vijf tropenjaren. Onder leiding van Hans van Helden en zijn kernteam zetten tientallen vrijwilligers de schouders onder het weer bewoonbaar maken van de kunsthal. Vanuit het hele land werden door andere musea afgeschreven spullen naar het paviljoen gebracht. Vanaf de eerste expositie was de formule: een combinatie van landelijk en lokaal, van fotografie en beeldende kunst en oog voor jonge makers.
Dit had succes en de periode van ‘leegstandsbeheerders’ werd stilzwijgend steeds verlengd. Fotostad organiseerde uiteindelijk 79 exposities en vele honderden andere activiteiten. De politieke erkenning volgde in 2022. Het Rietveldpaviljoen krijgt vanaf 2024 structureel subsidie van de gemeente en wordt onderdeel van de culturele basisstructuur. Er wacht een mooie toekomst voor het paviljoen waarvan ontwerper Gerrit Rietveld zelf dacht dat het geen blijvertje zou zijn.
Als liefhebster van moderne kunst én beeldhouwster heeft toenmalig koningin Beatrix een aantal exposities in De Zonnehof bezocht. Deze foto maakte fotograaf Conny Meslier tijdens haar bezoek aan de expositie van de Franse beeldhouwer Eugene Dodeigne in 1990. Koningin Beatrix was ook een liefhebber van Armando. In 1993 bezocht zij het Cultureel Festival Armando met een expositie in De Zonnehof en in 1998 opende zij het Armandomuseum in de Elleboogkerk.
Audiotour
Een bezoek van koningin Beatrix komt ook voorbij in de bijzondere audiotour over 65 jaar Rietveldpaviljoen. Theatermakers Rinske Bouwman en Inge Wannet brengen hierin het Rietveldpaviljoen letterlijk en figuurlijk tot leven. Met de audiotour loop je op een andere manier door en rondom het Rietveldpaviljoen terwijl je luistert naar verhalen over wat zich hier de afgelopen 65 jaar heeft afgespeeld. De audiotour is beschikbaar tijdens de jubileumexpositie van 28 november tot 19 januari. Maar ook daarna blijft het een vast onderdeel van het Rietveldpaviljoen. Zo kunnen ook toekomstige bezoekers genieten van de bijzondere geschiedenis van ons cultureel erfgoed.
Het Rietveldpaviljoen - een parel van cultureel erfgoed in Amersfoort - is een kunsthal voor iedereen.
Het RIETVELD ATELIER biedt ruimte aan wisselende kunstenaars die ter plekke werk maken voor en tijdens een expositie, en aan fotografen die samen met beeldend kunstenaars nieuw werk maken voor een expositie.
De RIETVELD KUNSTZAAL toont jaarlijks zes grote exposities. Daarnaast zijn er kortlopende exposities zoals de Kunstkijkdagen en eindexamenwerk van kunstopleidingen.
Het RIETVELD PODIUM maakt van elke expositie een belevenis met optredens van muzikanten, theatergroepen en dansgezelschappen, gespreksavonden en de maandelijkse talkshow Rietveld Live.
In het Rietveldpaviljoen ervaar je kunst net even anders!
Organisatie
Het Rietveldpaviljoen draait op zo’n vijftig vrijwillige medewerkers en een paar parttime betaalde krachten.
Stichting Rietveldpaviljoen bouwt voort op de inspanningen en resultaten van Stichting Amersfoort Fotostad. Momenteel verkeren we in een transitiefase, waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden geleidelijk aan door de nieuwe organisatie overgenomen worden. Stichting Amersfoort Fotostad blijft als culturele ANBI vooralsnog voortbestaan.
Veilig werk- en leerklimaat
Om een veilig werk- en leerklimaat te waarborgen heeft het Rietveldpaviljoen een overeenkomst afgesloten met extern vertrouwenspersoon Conny Lubbersen in Bunschoten-Spakenburg. www.vertrouwenspersoon-werkgever.nl/contact
Het Rietveldpaviljoen, of de ‘Zonnehof’ zoals het pand ook wel wordt genoemd, werd op initiatief van toenmalig burgemeester Hermen Molendijk door Gerrit Rietveld ontworpen. In 1959 werd het opgeleverd als expositie- maar vooral ook als gemeenschapsruimte waar álle Amersfoorters van kunst en cultuur konden genieten. Rietveld liet 6.020 ‘duimpjes’ ofwel spijkertjes in de muren plaatsen zodat exposanten dat niet en nooit meer hoefden te doen. De inrichters van de huidige exposities zijn hem daar 65 jaar later nog bijzonder dankbaar voor. In het pand moesten ‘vooruitstrevende’ kunstwerken worden tentoongesteld waarbij de grote raampartijen en de open indeling ervoor zorgen dat deze werken goed tot hun recht komen’.
Het Rietveldpaviljoen diende ruim 50 jaar als expositieruimte om liefhebbers van kunst en cultuur bij elkaar te brengen, maar kende ook perioden van leegstand. In 2017 stond het pand, eigendom van de gemeente Amersfoort, zelfs te koop. De gemeente besloot gelukkig alsnog dat het pand beschermd en gekoesterd dient te worden en dat het voor iedereen toegankelijk en uitnodigend moet zijn. Door een burgerinitiatief kreeg het Rietveldpaviljoen in 2019 een bestemming als ruimte voor Fotografie en Beeldcultuur. De Stichting Amersfoort Fotostad kreeg een mandaat tot voorjaar 2024. In de programmering werd al snel de ‘verbreding’ gezocht; fotografie gecombineerd met beeldende kunst, literatuur, muziek. Per 1 april 2024 is de Stichting getransformeerd naar “033Rietveldpaviljoen”. Met een structurele subsidie geeft de gemeente Amersfoort perspectief op een duurzame invulling van het Rietveldpaviljoen als kunsthal voor iedereen, waar kunst wordt gemaakt, geëxposeerd en beleefd.
65 jaar Rietveldpaviljoen wordt in de tweede helft van 2024 uitgebreid gevierd met als slotstuk de jaarlijkse Rietveldexpositie, dit jaar van 28 november 2024 t/m 12 januari 2025. Er komt ook een jubileumboek op initiatief van Adri Colpaart, Anton Groot en Theo Miltenburg.
Het Rietveldpaviljoen bestaat 65 jaar. Dat vieren we met de jaarlijkse Rietveld-expositie, dit jaar van 28 november t/m 12 januari. En er komt een jubileumboek, op initiatief van Adri Colpaart, Anton Groot en Theo Miltenburg. De komende tijd lichten we op deze plaats steeds een tipje van de sluier.
Bij de RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, blijken in 2009 zeventig archiefdozen met materiaal over Rietveldpaviljoen ‘de Zonnehof’ terecht te zijn gekomen. Gered van de ROVA, gaat het verhaal. De dozen stonden er ongeopend en ongeordend. Theo Miltenburg en Anton Groot hebben ze allemaal doorgespit en de inhoud in kaart gebracht.
Vanaf de opening in 1959 is er publiciteit over De Zonnehof, zowel in landelijke als in regionale kranten:
‘Daar verrees ook een door Rietveld ontworpen permanent tentoonstellingsgebouw, waarmee Amersfoort meteen vooraan staat in de rij van Nederlandse steden die het met beeldende kunst goed menen’. (Algemeen Handelsblad, 1959)
‘Amersfoort heeft op een terrein van 20 x 20 meter een wereldberoemd tentoonstellingsgebouw’. (Parool, 1963)
‘Amersfoort kan zich er op beroemen een van de mooiste expositiegelegenheden van ons land rijk te zijn’. (Trouw, 1970)
In 1991 stond Amersfoort ruim een maand lang geheel in het teken van Hugo Claus; dichter, romanschrijver, toneelschrijver, beeldend kunstenaar, filmregisseur en scenarioschrijver. De Amersfoortse Culturele Raad organiseerde het Hugo Claus Festival met theater, film en poëzie.
In De Zonnehof was een overzichtstentoonstelling te zien van het beeldend werk van Claus in de periode 1950 – 1990, met ruim honderdvijftig tekeningen, gouaches, aquarellen en collages. Ter gelegenheid verscheen het derde deel van de Zonnehof-reeks: Hugo Claus Beeldend werk 1950 – 1990 (Freddy de Vree). Er was ook een symposium onder leiding van Adriaan van Dis.
NRC schreef in een recensie dat ‘de samenstellers van de tentoonstelling (Zonnehof-conservator Paul Coumans en Claus zelf), besloten om 'chaos' te hanteren als uitgangspunt. Samen haalden zij de hele expositie tevoorschijn uit een container waarin tijdelijk de inboedel van Claus was opgeslagen voor een verhuizing naar Antwerpen’.
In de herfst van 1984 was de tentoonstelling ‘COBRA, Aventures Collectives’ in De Zonnehof te zien. De expositie toonde de resultaten van de samenwerking tussen zes schilders die in 1948 in Parijs de kunstbeweging Cobra oprichtten; Dotremont, Alechinsky, Asger Jorn, Constant, Appel en Corneille.
Schilderijen, tekeningen, grafische bladen, geïllustreerde boeken, tijdschriften, vooral uit particuliere verzamelingen in Nederland, België, Denemarken en Frankrijk, illustreerden een van de belangrijkste experimentele uitgangspunten van Cobra: het idee dat scheppen collectief is. Elk schilderij in de tentoonstelling, elk werk op papier, of elk boek was een product waar minimaal twee kunstenaars aan hadden bijgedragen. Nooit eerder waren de vormen van samenwerking tussen de verschillende Cobra kunstenaars als uitgangspunt voor een tentoonstelling gekozen. Deze ‘Collectieve Avonturen’ waren voor het eerst te zien in De Zonnehof.
Bij de opening waren Karel Appel, Constant en Alechinsky aanwezig, evenals familie van Christian Dotremont en meerdere ambassadeurs. Een foto met Appel en Alechinsy tijdens de opening haalde de voorpagina van de Amersfoortse Courant.
Na De Zonnehof was de tentoonstelling ook te zien in het Frans Hals museum in Haarlem en in Kopenhagen, Aalborg, Luik en Tournay.
Voordat Gerrit Rietveld het huidige paviljoen ontwierp maakte hij verschillende andere ontwerpen. Hij maakte ook vaak maquettes. Op de foto een maquette van papier en karton van zijn eerste schetsontwerp (1956) voor een tentoonstellingspaviljoen op De Zonnehof, op verzoek van toenmalig burgemeester Molendijk.
Rietveld wilde voor een zuinige prijs een zo ruim mogelijk gebouw maken. Hij bedacht een groot museaal complex met meerdere vleugels, een hoog middendeel, een overdekte galerij voor beelden en heel veel glas, ook in het dak. Maar dit paste niet bij de ambities van de gemeente; te groot en te duur. Er waren ook twijfels over het materiaalgebruik en de schuin geplaatste ramen in het hogere deel. Het college van B&W besloot om verdere uitwerking op te schorten. In 1958 stelde de gemeenteraad 130.000 gulden beschikbaar voor de bouw van het huidige paviljoen.
De maquette van het eerste ontwerp is onderdeel van het Rietveld archief in beheer van het Centraal Museum Utrecht en daar ook te zien.
Het verhaal gaat dat Gerrit Rietveld zelf, staand op een ladder, op de avond voor de officiële opening op 12 september 1959, de naam boven de deur heeft geschilderd: ZONNEHOF. Naar het plein met de 19de-eeuwse villa De Zonnehof, waar het nieuwe tentoonstellingspaviljoen was gebouwd. Vanaf dat moment werd het De Zonnehof genoemd.
Begin 2018 was de toekomst van het paviljoen ongewis. De gemeente Amersfoort (eigenaar) wilde het verkopen of verhuren. Er waren verschillende iniatieven. Het AD hield een peiling via Facebook: Wat vind jij dat er met het Rietveldpaviljoen (Zonnehof Amersfoort) moet gebeuren? Gelukkig werd het geen koffiehuis, restaurant of winkel voor zelfgemaakte spullen, maar ‘een centrum voor fotografie en beeldcultuur’. Met de vele discussies was naar de achtergrond verdwenen dat het hier om cultureel erfgoed gaat, gebouwd door een wereldberoemde architect. De nieuwe beheerder, 033Fotostad, wilde dat culturele erfgoed benadrukken en bouwde daarom aan een nieuwe toekomst voor de kunsthal onder de naam Rietveldpaviljoen.
Rietveld zelf zou dat maar niks vinden en zijn familie ook niet. Maar Rietveld zei ook altijd dat zijn gebouwen niet voor de eeuwigheid waren gebouwd, vijftig jaar vond hij wel genoeg. Daar kijken we nu toch anders tegenaan. Met de naam Rietveldpaviljoen benadrukken we het cultureel erfgoed, en de link met het Rietveldpaviljoen in Venetië, en het Rietveldpaviljoen in de beeldentuin van het Kröller-Müller museum
In 1987 werkten acht beeldhouwers, zes mannen en twee vrouwen zes weken samen tijdens het Beeldhouwerssymposium in Amersfoort. Van tevoren reisden de kunstenaars gezamenlijk naar steengroeves in België en Duitsland om een steen uit te zoeken. Ze konden kiezen uit groengrijze kalksteen uit Duitsland of zwarte hardsteen uit de Ardennen. De reusachtige blokken werden vervolgens naar een terrein bij de ijsbaan van Randenbroek vervoerd waar voor de gelegenheid een kunstenaarsdorp werd ingericht.
Paul Coumans, destijds directeur van De Zonnehof, was initiatiefnemer van dit evenement. Zijn voorbeeld waren de beeldhouwerssymposia die in Italië en Duitsland werden gehouden, in gebieden waar natuursteen werd gewonnen. Zoiets in Nederland organiseren was nog nooit gebeurd. Natuurlijk, Amersfoort stond en staat bekend als Keistad. Oorspronkelijk was het idee om een beeldhouwer te vragen iets moois te hakken uit de keien van Amersfoort. Dat kon natuurlijk niet, maar andere keien naar Amersfoort halen kon wel. Door enthousiasme van de gemeente Amersfoort, fondsen en bedrijven kon het Beelhouwerssymposium worden gerealiseerd.
In augustus en september van 1987 spreidde het Beeldhouwerssymposium zich uit over de stad. Het publiek kon de beeldhouwers aan het werk zien in het kunstenaarsdorp. Er werden discussiebijeenkomsten georganiseerd en films vertoond over beeldhouwkunst. In De Zonnehof was de expositie ‘Steen-Beeldhouwerssymposium’ te zien met werk van de acht deelnemers. Daarbij verscheen ook een catalogus.
Het Beeldhouwerssymposium was een enorm succes met zo’n 15.000 bezoekers waaronder koningin Beatrix, zelf beeldhouwster en groot liefhebster van moderne kunst.
Ter gelegenheid van het 65-jarig jubileum is de buste van Hermen Molendijk terug in het Rietveldpaviljoen. En daar zijn we blij mee! Immers, we hebben het vaak over Gerrit Rietveld, maar zonder Hermen Molendijk was het tentoonstellingspaviljoen De Zonnehof nooit gebouwd.
Molendijk was van 1946 tot 1961 burgemeester van Amersfoort. Een maand na zijn inhuldiging opende hij zijn eerste tentoonstelling in het St. Pieters en Bloklands Gasthuis. In zijn toespraak sprak hij deze veelbelovende woorden:
‘’U kunt zonder eenige reserve rekenen op den steun van het gemeentebestuur! De kunst vond te lang in Nederland bij de overheid geen belangstelling. De bevordering van de kunstuitingen ligt echter op den weg van regeering en stedelijke overheid.’’
Hij hield woord. Met visie, enthousiasme en een niet aflatende inzet gaf hij een enorme impuls aan kunst en cultuur in het naoorlogse Amersfoort. Hij zorgde ook voor meer geld.
‘’Toen ik hier kwam, stond er 1.500 gulden op de begroting voor culturele doeleinden. Dat was, geloof ik, voor speeltuinen. Toen ik wegging was er jaarlijks iets van vijf à zes ton voor cultuur.’’
Molendijk was bevriend met Gerrit Rietveld en vroeg hem een nieuw tentoonstellingspaviljoen te ontwerpen. Hij correspondeerde persoonlijk met Rietveld over zijn ideeën, de plannen en over de vele problemen die ze onderweg tegenkwamen.
Nadat Molendijk per brief een noodkreet aan de gemeenteraad stuurde, ‘’….wat het onderbrengen van tentoonstellingen van enig formaat betreft, kan in Amersfoort worden gesproken van een noodtoestand ….’’ gaf de gemeenteraad zijn fiat en kon de bouw beginnen.
Is het je ooit opgevallen dat er naast het Rietveldpaviljoen een kunstwerk ligt?
Dertig jaar geleden, ter gelegenheid van het Mondriaanjaar in 1994, ontwierp de Nederlands-Israëlische kunstenaar Joseph Semah een speciale vloer van koper, staal en beton en plaatste deze naast De Zonnehof; een plattegrond-op-schaal van het Rietveldpaviljoen met een oppervlak van 40 m2. Hij noemde het kunstwerk ‘Driedimensionale Typografie nr. 1' en droeg het op aan Piet Mondriaan en tijdgenoot Gerrit Rietveld.
Bij de herinrichting van het Zonnehof plein werd het kunstwerk verwijderd zonder de kunstenaar daarvan op de hoogte te stellen. Maar Joseph Semah ontdekte het toen hij tijdens een bezoek aan Amersfoort langs het Rietveldpaviljoen wandelde om te kijken hoe zijn schepping erbij lag. In overleg met de gemeente werd het kunstwerk teruggeplaatst waar het nu weer is te zien.
Vijf jaar geleden, op 15 oktober 2019, kreeg Amersfoort Fotostad, na een periode van leegstand, de sleutel van het totaal uitgewoonde Rietveldpaviljoen. In eerste instantie voor drie maanden; het werden vijf tropenjaren. Onder leiding van Hans van Helden en zijn kernteam zetten tientallen vrijwilligers de schouders onder het weer bewoonbaar maken van de kunsthal. Vanuit het hele land werden door andere musea afgeschreven spullen naar het paviljoen gebracht. Vanaf de eerste expositie was de formule: een combinatie van landelijk en lokaal, van fotografie en beeldende kunst en oog voor jonge makers.
Dit had succes en de periode van ‘leegstandsbeheerders’ werd stilzwijgend steeds verlengd. Fotostad organiseerde uiteindelijk 79 exposities en vele honderden andere activiteiten. De politieke erkenning volgde in 2022. Het Rietveldpaviljoen krijgt vanaf 2024 structureel subsidie van de gemeente en wordt onderdeel van de culturele basisstructuur. Er wacht een mooie toekomst voor het paviljoen waarvan ontwerper Gerrit Rietveld zelf dacht dat het geen blijvertje zou zijn.
Als liefhebster van moderne kunst én beeldhouwster heeft toenmalig koningin Beatrix een aantal exposities in De Zonnehof bezocht. Deze foto maakte fotograaf Conny Meslier tijdens haar bezoek aan de expositie van de Franse beeldhouwer Eugene Dodeigne in 1990. Koningin Beatrix was ook een liefhebber van Armando. In 1993 bezocht zij het Cultureel Festival Armando met een expositie in De Zonnehof en in 1998 opende zij het Armandomuseum in de Elleboogkerk.
Audiotour
Een bezoek van koningin Beatrix komt ook voorbij in de bijzondere audiotour over 65 jaar Rietveldpaviljoen. Theatermakers Rinske Bouwman en Inge Wannet brengen hierin het Rietveldpaviljoen letterlijk en figuurlijk tot leven. Met de audiotour loop je op een andere manier door en rondom het Rietveldpaviljoen terwijl je luistert naar verhalen over wat zich hier de afgelopen 65 jaar heeft afgespeeld. De audiotour is beschikbaar tijdens de jubileumexpositie van 28 november tot 19 januari. Maar ook daarna blijft het een vast onderdeel van het Rietveldpaviljoen. Zo kunnen ook toekomstige bezoekers genieten van de bijzondere geschiedenis van ons cultureel erfgoed.
Onder constructie.